MOEDERS EN NEVELS
Moeders en dochters: het is een bijzondere relatie. In mijn laatste roman Nevels heeft Fay een goede band met haar moeder. Hij is zo vanzelfsprekend voor haar dat ze er weinig aandacht aanbesteedt. Totdat haar broer beweert dat haar moeder aan het aftakelen is en een verzorgingshuis voorstelt. Ze is ervan overtuigt dat hij de plank misslaat. De altijd zo meegaande Fay neemt het op voor haar moeder en gaat tegen haar broer, de huisarts én haar partner in. De vanzelfsprekendheden in haar leven kantelen: had ze het eigenlijk wel zo goed voor elkaar als ze dacht?
Speciaal voor Moederdag deel ik vandaag het eerste hoofdstuk uit Nevels.
NEVELS – H1
‘Felicia, luister je wel?’
Ruw rukt mijn broer mij uit de wereld van onze jeugd. Een wereld waarin mist over de velden sliert, bomen versluiert en kille grasdauw door de zolen van mijn sloffen dringt. Een wereld waarin zonnestralen de mistflarden rood, roze, oranje en geel kleuren, waar mijn kinderhand warm en veilig is in die van mama en waar het water glanst als een met was geboende dansvloer. Ik glimlach om te verhullen dat ik geen idee heb wat hij net zei.
‘Ik zeg net dat het zo niet langer gaat. Moeder dwaalt ’s nachts buiten rond. Levensgevaarlijk, straks verdrinkt ze nog in de vijver of zinkt ze in het veen.’
‘Dat wil toch niet zeggen dat ze dement wordt? Weet je nog hoe ze ons ’s nachts wakker maakte omdat er watergeesten en nevelheksen buiten dansten?’ De herinnering maakt mij warm. Mama in haar ochtendjas, Olaf en ik half in slaap in onze pyjama’s naast haar. Geknield in het gras bij de rand van het water bracht ze met haar verhalen de nevels tot leven. Het werden boze geesten die geen rust vonden, van hartzeer gestorven juffers en heksen die dreigden de oogst te verstoren. ‘Het mooist vond ik het verhaal over de jonker en de waternimf. Zo aangrijpend dat hij bij zijn poging haar boven de vijver te omhelzen, verdronk. Weet je nog die keer dat de maan en de richting van de wind op de juiste manier samenvielen? Mama nam ons mee en we zagen ze dansen boven het meer.’
‘Mijn hemel, Felicia, volgens mij ben je net zo gek als zij.’
‘Dat jij geen fantasie hebt, betekent niet dat degenen die het wel hebben gek zijn.’
Behalve dat het mijn broer aan iedere verbeeldingskracht ontbreekt, weigert hij mij aan te spreken als Fay. Het koosnaampje dat mama mij gaf, is al zolang dat ik mij kan heugen mijn roepnaam.
‘Denk eens na. Ze is halverwege de tachtig en kan niet goed meer voor zichzelf zorgen.’
‘Ze heeft toch Martje?’
‘Die trekt het ook allemaal niet meer. Ik heb de huisarts gesproken. Hij is het met mij eens dat moeder beter af is in een serviceflat en …’
Boosheid borrelt in me op. ‘Ben jij stiekem naar haar huisarts gegaan?’
‘Hij belde mij. Waar het om gaat is, dat we na de verkoop van het huis een mooi appartement voor haar kunnen kopen. Er blijft dan ook genoeg over voor ons.’
‘Het gaat je helemaal niet om mama, het gaat je om het geld van ons ouderlijk huis. Mooi niet. Mama blijft gewoon thuis wonen.’
‘Het gaat niet om het geld. Sinds vader er niet meer is …’
‘Vader? Die is al eeuwen dood, bovendien heeft hij mama jaren aan haar lot over gelaten, tot hij te oud was voor zijn zaken en vriendinnetjes.’
‘Alsjeblieft, laat vader in vrede rusten.’ Zijn stem klinkt zo verhit als ik mij intussen voel. ‘Mijn punt is dat moeder alleen woont in dat grote huis. Ze doet rare dingen en heeft alleen de hulp van de oude Martje. Wanneer ben je eigenlijk voor het laatst langs geweest?’
‘Mama en Martje behoren tot de risicogroep, bovendien was ik gevallen.’ Na een stomme struikeling bij het park dit voorjaar blijf ik last houden van een van mijn knieën waarmee ik op de stoeptegels viel.
‘Wat een vreselijke smoes, zeg gewoon dat je er geen zin in had en liever met Frank jullie eigen pleziertjes najaagt.’
Zijn opmerking is als een stomp in mijn maag. Om de pijn niet te voelen, haal ik uit. ‘Ik heb haar regelmatig gebeld en dan was er niks aan de hand.’ Tenminste, als ze de telefoon opnam. ‘Je kan mama niet uit huis halen om ons familiebezit te verkopen. Hoe haal je het in je botte kop? Heb je soms schulden?’
‘Dit gekissebis heeft geen zin.’ Hij staat bruusk op.
Met zijn naar achter gekamde zilvergrijze haar en samengeknepen lippen alsof hij zojuist in een citroen beet, lijkt hij meer op vader dan ooit. Een net iets te zware middelbare man. Is dat het probleem? Altijd wanneer zijn geliefde de vijfendertiggrens dreigt te passeren, ruilt hij hem in voor een jonger exemplaar. Nu hij de zestig is gepasseerd, wordt het vast steeds lastiger om jonge mannen te versieren. Ik stel mij voor dat zijn geld een steeds grotere rol speelt en haal uit. ‘Je kan niet zomaar weglopen. Heb je soms een nieuw vriendje voor wie je geld nodig hebt?’
Hij wordt rood, een ader klopt op zijn slaap. ‘Pas of, Felicia, dat je niet te ver gaat. Bespreek het met Frank en bel me dan terug. Anders bel ik je volgende week.’ Hij draait hij zich om en beent de kamer uit. Voor ik de kans krijg hem de gang in te volgen, trekt hij de voordeur achter zich dicht en laat mij ziedend achter.
Tijdens het koken maakt mijn gekrenktheid plaats voor de zorg om mama. De laatste keer dat we er waren, was alles zoals altijd. Toch? In de vazen stonden wilgenkatjes en overal hingen gele linten. Het was ergens in februari en uitzonderlijk zacht; volgens mama was het Pasen. Frank en ik maakten ons vrolijk om mijn excentrieke moeder die zich weinig aantrekt van de regels en ik zocht er niks achter. Had ik dat wel moeten doen? Ik vervloek mijzelf dat ik afgelopen jaar niet wat meer bij Frank aandrong om bij haar langs te gaan. Zou mijn broer wel regelmatig langs geweest zijn? Hij heeft een minder sterke band met mama dan ik. Ons landhuis op het platteland gebruikt hij volgens mij om indruk te maken op de mannen in zijn leven. Dat brengt mij opnieuw bij zijn wens ons ouderlijk huis te verkopen om mama in een verzorgingsappartement te kunnen stoppen. Dat nooit, om dit achterlijke idee de kop in te drukken kunnen we het beste dit weekend zelf langsgaan. Ik overweeg meerdere scenario’s om dit aan Frank voor te leggen en besluit dat direct bij zijn thuiskomst het beste is. Zakelijk en kordaat, geen vleierij.
Gestommel in de gang en ik hoor Frank de voorkamer binnenlopen.
‘Ik ben in de keuken.’
Hij komt in de doorgang vanuit de achterkamer staan.
‘Ik wil het weekend naar mijn moeder. We zijn sinds februari niet meer bij haar geweest.’ Ik kijk op van het fornuis en schenk hem mijn liefste glimlach.
‘Moet dat nu?’ Wrevelig veegt hij zijn haren naar achter. Meestal geeft dit gebaar hem in combinatie met zijn wat slungelige lijf iets jongensachtigs, vandaag geeft het eerder een afgetobde indruk door de vermoeide lijnen in zijn gezicht.
Verdomme, waarom heb ik niet eerst zijn stemming gepeild?
Hij draait zich om en ik hoor hem een eetkamerstoel naar achter schuiven. De krant ritselt.
In een poging het goed te maken, maak ik zijn whisky klaar. Twee vingers hoog, twee ijsklonten en twee druppels bronwater. Dat laatste is natuurlijk volstrekt belachelijk, maar sinds hij naar een whiskyproeverij is geweest, zweert hij erbij dat dit de smaak pas goed losmaakt.
Met een lach waarvan ik hoop dat hij stralend genoeg is om ijs te laten smelten, zet ik zijn glas voor hem neer en druk een kus op zijn kale kruin.
‘Je hebt het toch wel goed gedaan?’ Hij beweegt het glas voor zijn gezicht heen en weer alsof hij zo kan zien of zijn drankje de goede samenstelling heeft.
‘Natuurlijk. Twee vingers, twee ijsklonten, twee druppels met het pipet. Ik luister echt wel naar wat je zegt.’
De norse gloed glijdt van zijn gezicht en met hernieuwde moed begin ik mijn verhaal. ‘Olaf kwam vanmiddag langs. Hij had de huisarts van mama gesproken en … ’
‘Alsjeblieft, kan dit niet na het eten?’
‘Natuurlijk.’
Ik draai mij om, gris een vork uit de besteklade en prik ermee in de aardappels.
Frank klapt de deur van de vaatwasser dicht. De koffiemachine laat de laatste druppels in onze mokken vallen.
‘Kunnen we het over het weekend hebben?’ vraag ik.
‘Vrijdag geven Paul en Latifa de nazomercocktailparty. Dat ben je toch niet vergeten?’
Ja, dus. ‘Natuurlijk niet,’ zeg ik. ‘Ik vind alleen dat na al die maanden het weer eens tijd is om naar mama te gaan, kijken hoe het met haar gaat. Olaf had gebeld met haar huisarts. Ze zou dement aan het worden zijn, daarom willen ze haar in een appartement bij een verzorgingshuis plaatsen. Geheel onzinnig. Voor de zekerheid wil ik zelf zien hoe het met haar gaat.’
‘Dat kan toch wel een weekje wachten?’
‘Liever niet.’ Sinds het bezoek van mij broer zit het mij ineens dwars dat ik vaak tevergeefs belde. Eerder deed ik het af als iets dat gewoon bij haar hoort. Ik wist niet beter dan dat ze de telefoon vaak liet rinkelen, als ze hem al hoorde. Meestal was ze er te druk voor met van alles rond het huis. Olafs opmerking zette een vraagteken bij deze overtuiging.
‘Dit weekend kan echt niet. Latifa heeft het helemaal uitgedacht, ook mijn rol. Je weet hoe belangrijk haar party’s zijn voor de klantenbinding. In het bijzonder deze na de zomervakanties.’
Ik onderdruk een zucht. Franks baas Paul geeft samen met zijn echtgenote Latifa een paar keer per jaar partijtjes waar alle topconsultants met hun partners de klanten moeten paaien. Dat was toch wel fijn aan de afgelopen crisis, al die vreselijke verplichtingen die we niet na hoefden te komen.
‘We zouden zaterdag heel vroeg weg kunnen gaan.’
‘Ik heb afgesproken om te gaan squashen en zondag is Astrid jarig.’
‘Je kan toch wel een keer niet gaan spelen. Je zus snapt het heus wel dat we niet komen.’
‘Wat zit je nou te drammen? Ons sociale leven staat eindelijk weer op de rails en jij wil naar je moeder in de rimboe.’
‘Het komt door Olaf. Zijn woorden maakten mij ongerust.’
‘Jij je zin. Regel jij het met Astrid, dan kunnen we zondagmiddag wel langsgaan.’
Meestal is de wrevel die in vergelijkbare situaties zijn stem kleurt genoeg om mij te laten instemmen. Dit keer schud ik nee. ‘Ik wil vrijdag al gaan en blijven slapen. Met alleen een bezoekje op zondagmiddag ga ik niet echt een indruk krijgen hoe het met haar gaat.’
—-
VERDER LEZEN: Wil je weten hoe het verder gaat? Nevels is in iedere (online) boekwinkel te koop, te leen in de bibliotheek en te lezen met Koboplus.
Nieuwsgierig naar mijn andere boeken? Een overzicht van al mijn boeken vind je op mijn boekenpagina. SCHRIJFUPDATES: Wil je weten waarover mijn volgende roman gaat? In mijn maandelijkse nieuwsbrief vertel ik hier meer over. Je kan je inschrijven met het formulier op mijn homepage.
Wat een verrassing, een lekker lang verhaal en nog wel uit Nevels! Zo’n prachtig boek!
Dankjewel, Ben!