EEN IERS GEHEIM
Mistflarden dansen rond de stenencirkel aan het eind van het veld. Nog een paar minuten, dan wordt het tijd voor Elizabeth om naar het huis te gaan. Iedere dag brengt ze het laatste uur voor de avond valt door bij de cirkel ter nagedachtenis aan hun kinderen die niet geboren mochten worden.
Achter het raam wacht Jeremy op haar.
Voor hem is dit het mooiste moment van de dag, zijn vrouw die als een elf loskomt van de nevel en naar hem toeloopt. Dit keer mengt ongerustheid zich met de vreugde die hij normaal voelt.
Voor het eerst sinds zij dit ritueel begon, draait hij zich om naar zijn bureau. Pijn schiet door zijn onderlijf en voorzichtig zakt hij in de bureaustoel. Hij wacht tot de scheut wegebt tot een draaglijk gezeur en pakt de envelop van zijn bureau.
Hij heeft niet lang meer en weet dat hij dit niet verder kan uitstellen. Hoe zal ze reageren? Heeft hij de goede keus gemaakt? Met een diepe zucht leunt hij achterover en zijn gedachten gaan terug naar die dag nu ruim tien jaar geleden.
‘Klopt het dat hier de dochter van Violet, Elizabeth, woont?’
Het geföhnde haar, het roze zijden sjaaltje in de hals van het overhemd en de verwijfde klank in zijn stem; instinctief heeft Jeremy een afkeer van de man voor wie hij net de deur opendeed.
‘Wie bent u?’
‘Ik ben hier namens Alan, de man die Violets dochter erkende door met haar te trouwen.’
Wat een vreemde omschrijving van Elizabeths vader. Een rilling van naderend onheil gaat door Jeremy heen, het liefst zou hij de deur voor het gezicht van de vreemdeling dichtslaan.
‘Is ze thuis? Ik zou haar graag spreken.’
‘U kunt het mij vertellen, ik ben haar echtgenoot.’ Jeremy recht zijn rug en maakt zich breed zodat zijn postuur de deuropening vult.
Irritatie glijdt over het gezicht van de vreemdeling. Hij draait zich op zijn hakken om en blijft staan net of hij verwacht dat Jeremy hem terugroept.
Jeremy wikt. Aan de ene kant wil hij weten wat de man van zijn vrouw wil, aan de andere kant wil hij dat hij weggaat en nooit meer terugkomt. Goddank ging Elizabeth met hun dochter winkelen en komt ze voorlopig niet thuis.
De stilte duurt en wordt pas doorbroken op het moment dat de vreemdeling zich omdraait. ‘Wat maakt het uit. Wel graag binnenshuis.’
Jeremy knikt, stapt naar achteren en neemt hem mee naar zijn studeerkamer.
De envelop voelt inmiddels als dieplood in zijn handen en hij legt hem neer. Hij duwt zich overeind en loopt stram terug naar zijn plaats bij het raam.
Elizabeth is al bijna bij het huis en zodra ze hem ziet, breekt een lach door op haar gezicht. Liefde stroomt door hem heen.
De deur van zijn studeerkamer slaat open.
‘Is er iets?’ Ze stormt binnen. ‘Je stond niet te wachten en toen je eindelijk verscheen keek je zo ernstig.’
Zijn poging tot een geruststellende glimlach mislukt en ze zet haar handen op zijn bureau. ‘Is het Shauna?’ Haar stem trilt.
Nadat ze vrede hadden gesloten met het feit dat het hun niet gegeven was om kinderen te krijgen, was de komst van Shauna ruim twintig jaar geleden een onverwacht geschenk. De gedachte dat er iets met hun dochter gebeurd is, haalt alle kleur uit Elizabeths gezicht.
‘Nee, nee,’ haast hij zich te zeggen, ‘met Shauna is niks aan de hand.’
‘Is het mis met jou?
‘Met mij is het ook goed. Nou ja, niet slechter dan vanochtend.’
Vorige week vertelde zijn oncoloog hen dat de kanker uitgezaaid was en dat er geen behandeling meer mogelijk was. Een paar maanden nog, een half jaar misschien, niet veel langer, was de levensverwachting die de arts hem gaf.
‘Wat is er dan aan de hand? Toe, er is iets, ik zie het aan je.’ Ongeduld kruipt in haar stem.
‘Het is iets wat ik je al jaren geleden had moeten vertellen. Laten we dit bespreken bij een borrel in de serre.’
‘Weet je dat zeker?’ Bij de pijnbestrijders kwam de waarschuwing alcohol te mijden.
‘Wat maakt het nog uit.’ Hij pakt de envelop van zijn bureau.
In de serre geeft het avondrood een sprookjesachtige gloed aan het bos achter de tuin. Elizabeth nipt van haar gin-tonic en Jeremy zet zijn glas neer. ‘Het is meer dan tien jaar geleden, jij was die dag winkelen met Shauna. Er kwam een man langs, Dickie. Hij kwam uit Ierland en vroeg naar jou.’
‘Uit Ierland, voor mij?’ Met een ruk draait ze zich naar hem toe, een blos van opwinding kleurt haar gezicht. ‘Waarom heb je dat toen niet verteld?’
‘Ik kon het niet. We waren zo gelukkig in die tijd, met Shauna, met elkaar. Je treurige blik, de heimwee, hij was uit je ogen verdwenen. Ik was bang die terug te halen en je alsnog kwijt te raken.’ Eindelijk spreekt hij de woorden uit waarmee hij al die tijd zijn geweten suste.
Haar ogen staren naar de tuin. ‘Waarom had je zo weinig vertrouwen in mij?’
Haar vraag is een messteek in zijn hart. Hij zoekt naar de juiste woorden en het is of de naderende dood zijn remmingen weghaalt. ‘Het was niet dat ik geen vertrouwen had in jou, ik had geen vertrouwen in mijzelf. Ik was bang dat mijn liefde voor jou niet genoeg zou zijn om je niet voor altijd kwijt te raken aan de plek waar je lang geleden je hart moest achterlaten.’ Het laatste avondrood kruipt achter de bomen en stilte voegt zich bij de opkomende duisternis.
‘Het spijt mij.’
‘Wat kwam hij doen?’
Ze glimlachen, met het gezamenlijk doorbreken van de stilte, verdwijnt ook het ongemak van zijn woorden van zonet.
‘Hij kwam namens je vader, die was een maand daarvoor overleden.’
‘Die man was mijn vader niet.’
Haar gezicht is een masker. Haar moeder was zwanger van een onbekende man toen ze met de man die Elizabeth als zijn dochter erkende, trouwde. Op haar dertiende werd ze met haar moeder voor haar opvoeding door hem uit Ierland weggestuurd. Ze kwamen terecht bij haar vaders onaangename zus in Londen en nadat haar moeder stierf, mocht ze niet terug naar haar thuis in Ierland.
Hun eerste ontmoeting was in het huis van zijn beste vriend. Jeremy ziet haar nog zitten, met een schetsboek in het gras. Ze leek een elf uit een andere wereld en ze stal zijn hart.
Hij pakt de envelop van zijn schoot en geeft hem aan haar. ‘Hij gaf dit af voor jou.’
Zwijgend haalt ze er een vergeeld document en een grote sleutelbos uit. Ze knipt een schemerlamp aan. In zijn beleving duurt het een eeuwigheid tot ze het papier in haar schoot laat zakken.
‘Waarom?’ vraagt ze.
‘Het huis is van jou.’
‘Waarom geef je het nu?’
‘Ik wilde niet dat je het zou vinden nadat ik er niet meer ben.’
Tranen springen in haar ogen. ‘Dat bedoel ik niet.’
‘Ik moet je nog wat vertellen. Dickie vertelde dat hij na het vertrek van je moeder en jou bij je vader introk.’
Ze kijkt hem aan met een blik die zegt: nou en?
‘Ze waren minnaars, al voor je vader met je moeder trouwde.’
‘Bedoel je …?’
‘Het huwelijk met je moeder was een ideale dekmantel en door de afgelegenheid van het huis in Ierland hadden ze de perfecte woonplek.’
Ze schudt haar hoofd om aan te geven dat ze niet weet wat ze moet zeggen. Stil staart ze naar buiten.
‘Vergeef je mij?’ Jeremy verbreekt de stilte.
‘Wat?’
‘Dat ik het je niet eerder gaf en de waarheid vertelde.’
Ze staat op en komt op de rand van zijn stoel zitten. ‘Dacht je nou echt dat ik bij je weg zou gaan. Naar Ierland?’
Hij knikt.
‘Na alles wat we samen meegemaakt hebben?’ Gekwetstheid klinkt door in haar stem.
‘Wat ik al zei, ik was bang dat wat ik te bieden heb niet genoeg was om te blijven en dat je terug zou gaan naar de plek waar je hart is achtergebleven.’
‘Ik hou van je.’ Ze legt haar hoofd op zijn hoofd.
‘Wat ga je nu doen?’
‘Wat zou ik moeten doen?’
‘Terug naar Ierland, naar huis.’
‘Ik ben al thuis.’
Hij trekt haar dicht tegen zich aan en ze klemt zich aan hem vast.
—
NIEUWSBRIEF: Wil je weten waarover mijn volgende roman gaat? In mijn maandelijkse nieuwsbrief vertel ik hier meer over. Je kan je hiervoor inschrijven met het formulier op mijn homepage.
CADEAUTIP: Mijn laatste roman Nevels is perfect om in dit jaargetijde te lezen. Ook zin in Nevels voor jezelf of als cadeau voor de feestdagen? De roman is in iedere (online) boekwinkel te koop, te leen in de bibliotheek en te lezen met Koboplus. Een gesigneerd exemplaar bestel je hier.
INSTAGRAM: Momenteel gebruik ik Instagram naast mijn maandelijkse nieuwsbrief en wekelijkse zondagverhaal op mijn website. Op Insta vertel ik dan bijvoorbeeld meer over de achtergrond bij de zondagverhalen op mijn website en over mijn schrijfweek. In mijn nieuwsbrief ligt het accent op exclusieve inkijkjes in de roman die ik nu schrijf en niet op Insta of deze website deel. Klik hier voor mijn Instagram en volg mij daar.
Nog meer E,izabeth! Dat ik niet durven dromen. Zo fijn!
Mooi, en lief.
Dank voor de enthousiaste reacties, Ben en Nelleke!