DE VONDST
‘Pascalle, kijk eens wat ik in de oude bibliotheek vond.’ Jago loopt de keuken binnen en wappert met een stapel papier.
Zijn vriendin komt omhoog en wrijft over haar knieën. De oude flagstone tegelvloer is behalve prachtig keihard en het schuren van de oude keukenkast een forse klus. ‘Wil je ook thee? Ik heb het wel verdiend.’
‘Je gezicht zit onder de zwarte vegen.’ Hij haalt zijn vinger over haar neus.
‘Is dat zo?’ Met de achterkant van haar hand duwt ze de uit haar knot losgeraakte pieken van haar voorhoofd.
‘Je maakt het erger. Volgens mij heb jij een douchebeurt nodig in plaats van thee.’ Hij trekt haar tegen zich aan.
‘Pas op, straks zit jij ook onder.’
‘Nou en. Dan moet ik met je mee onder de douche.’
Hij kust haar en haar armen nestelen zich om zijn nek.
Hij streelt haar gezicht. ‘Ik ben toch zo gek op jou.’
‘Ik op jou. Het is een wonder dat we elkaar hier vonden.’
Ze denkt terug aan hun eerste ontmoeting. Op de klif meende ze een man te zien. De mythe van de meerman. Eeuwenlang zagen de bewoonsters van Gwyneth-cottage hem met nieuwe maan. Zij zag hem ook, dit keer was het geen mythe. Het was Jago, de achterkleinzoon van de Jago die een eeuw geleden dit landhuis verliet.
‘Het moest zo zijn.’
‘Ja.’ Haar wijsvinger volgt de lijnen in zijn gezicht. Dat moment op de klif, het was alsof ze haar langgeleden verloren ziel terugvond.
‘Wat wilde je mij net laten zien?’
‘Ik had wat brieven gevonden.’
‘Brieven?’ Een spanningsvolle verwachting welt op, eerder vond zij brieven in de cottage waar ze verbleef.
‘Dat komt straks wel, laten we blijven liggen.’
‘Ik wil ze zien. Bovendien wil ik eindelijk mijn thee.’
‘Kijk dan.’ Hij trommelt ongeduldig met zijn vingers naast de kleine stapel op de keukentafel.
‘Even wachten tot de thee klaar is.’
De ketel fluit.
Eindelijk schuift ze met twee volle bekers en een pak sprits naast hem aan de keukentafel.
‘Kijk. Weet jij wie Gwyneth was? Het zijn korte epistels en ze lijken te gaan over geheime afspraken. Zie je?’
Ze pakt er een op. ‘Morgen om 4 uur bij de grot. Goed. Met liefs, Gwyneth.’ Ze pakt het volgende en het volgende. Het zijn allemaal vergelijkbare kattenbelletjes.
‘Vroeger smokkelden ze hier. Zouden ze daarover gaan?’ De ogen van Jago glinsteren, net een kleine jongen die een hele nieuwe wereld ontdekt.
‘Ik denk het niet.’ Ze staat op. ‘Moment, ik moet je wat laten zien.’
‘Dus jij denkt dat mijn overgrootvader een affaire had met een getrouwde vrouw. Dat hij haar man doodde en er met haar vandoor ging naar Amerika?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Mijn overgrootmoeder heette geeneens Gwyneth.’
‘Het kan haast niet anders. Gwyneth was opeens verdwenen en Jago vertrok naar Amerika. En dan die brieven. Lees toch eens, de hartstocht spat ervan af.’
‘Niet te geloven. Ik heb wat sterkers nodig dan thee. Jij?’ Zonder haar antwoord af te wachten, schenkt hij twee glazen whisky in.
‘Ik denk niet dat mijn overgrootvader iemand heeft gedood. Dat wil er bij mij niet in, net zomin dat hij een affaire met een getrouwde vrouw had.’
‘Waarom niet?’
‘Vooruit. Laten we doen of jij gelijk hebt. Stel dat ze samen weggelopen zijn. Waar is Gwyneth dan gebleven?’
‘Ik weet het niet. Misschien is ze overleden en is je overgrootvader met een ander getrouwd.’
‘Dat meen je toch niet.’
‘Weet je dat mijn tweede naam Gwyneth is. Vernoemd naar mijn overgrootmoeder.’
‘Kwam jouw overgrootmoeder ook hiervandaan?’ Hij klinkt verbaasd.
‘Dat weet ik niet. Ik weet dat ze Gwyneth heette en dat het steeds de tweede voornaam is van de oudste dochter in mijn familie van moeders kant.’
Haar blik dwaalt door de keuken. Zou het kunnen? Zou haar overgrootmoeder hier ook gezeten hebben? ‘Ik voelde mij in het dorp gelijk thuis. Al voordat ik hier kwam eigenlijk. Ik zag er een foto van en wist dat ik hier heen moest.’ Dat Gwyneth ook in haar dromen voorkwam, zegt ze er niet bij. Ook niet dat er een man in voorkwam die sprekend op Jago leek.
‘Daar kan ik mij wel wat bij voorstellen Ik vond de tekening van dit huis en de akte en wist ik dat ik hiernaar toe moest.
Het moment dat ik hier aankwam voelde als thuiskomen. Het haventje, de gekleurde huisjes en de klif, ze waren zo vertrouwd.’
‘Ik snap wat je bedoelt. De klif kwam ook voor in mijn dromen. Erop stond een vrouw in de mist. Die vrouw was jij, Pascalle. Op het moment dat ik je op die klif in de mist vond, wist ik dat ik eindelijk thuiskwam.
100 jaar geleden
‘Toe nou, Gwyneth.’ Jago legt zijn handen op haar schouders.
Om hen heen is het druk met mensen die zich aan boord van de oceaanstomer haasten.
Het ontgaat haar, zij ziet alleen zijn gezicht. ‘Ik zal mij altijd af blijven vragen wat er nu echt gebeurd is die nacht. Iedere keer wanneer ik naar je kijk. Het zal ons kapot maken.’
‘Het was een ongeluk. Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?’
Ze schudt haar hoofd en denkt aan de storm afgelopen winter: nieuwe maan en springtij. Onverantwoord om de zee op te gaan, toch voeren de vissers uit. Aangespoord door Jago, de landheer. Geheel tegen de gewoonte in, ging hij die nacht mee. De boot kapseisde en Brioc, haar man, overleefde het niet.
Hij legt zijn handen langs haar gezicht.
Ze trekt zich los en stapt naar achteren. ‘Ik dacht dat na ons vertrek uit Cornwall …’ Zijn gezicht tegenover haar wordt wazig. ‘Het is niet zo. De twijfel blijft. Was het echt een ongeluk of … Ga nu Jago. Alsjeblieft.’
Hij zwijgt, verdriet glijdt over zijn gezicht.
De scheepshoorn klinkt en hij draait zich om.
Een ijzige kou kruipt in haar aderen en voelt zo koud dat het is alsof ze bevriest. Roerloos staart ze naar de rug van haar grote liefde die op de boot verdwijnt.
Pas nadat de boot aan de horizon is verdwenen, stroomt er iets van leven in haar terug. Ze haalt de mouw van haar jas over haar wangen en loopt naar het kantoortje van de ticketmaatschappij.
‘Waarmee kan ik u helpen?’
‘Waar gaat de eerstvolgende boot heen?’
‘Morgen gaat er pas weer één.’
‘Waar gaat die heen?’
‘Naar Holland. Via Le Havre naar Rotterdam.’
Ze haalt haar ticket voor de boot naar Amerika uit haar tas. Ze legt hem op de balie. ‘Kan ik deze inruilen? Ik wil graag mee met de boot naar Holland.’
—-
NIEUWSBRIEF: Wil je weten waarover mijn volgende roman gaat? In mijn maandelijkse nieuwsbrief vertel ik hier meer over. Je kan je inschrijven met het formulier op mijn homepage.
MEER LEZEN: Mijn laatste roman Nevels is perfect om in dit jaargetijde te lezen. Ook zin in Nevels voor jezelf of als cadeau? De roman is in iedere (online) boekwinkel te koop, te leen in de bibliotheek en te lezen met Koboplus. Een overzicht van al mijn boeken vind je op mijn boekenpagina.
INSTAGRAM: Momenteel gebruik ik Instagram naast mijn maandelijkse nieuwsbrief en wekelijkse zondagverhaal op mijn website. Op Insta vertel ik dan bijvoorbeeld meer over de achtergrond bij de zondagverhalen op mijn website en over mijn schrijfweek. In mijn nieuwsbrief ligt het accent op exclusieve inkijkjes in de roman die ik nu schrijf en niet op Insta of deze website deel. Klik hier voor mijn Instagram en volg mij daar.
Mooi, we gaan verder…. Ik merk dat ik verslaafd ben geraakt aan al die pareltjes die je uit de afgelopen jaren weer tevoorschijn tovert. Elke zondag weer!
Wat heerlijk om te lezen, Ben! Dankjewel 🙂
Heel mooi, hoop dat er nog een paar vervolgen komen!
Dankjewel, Nelleke! Heb je De Meerman (het verhaal dat hiervoor staat) ook gelezen?