DE POPPENMAN
‘Zij eruit of ik.’ Met haar handen in haar zij kijkt zijn vrouw hem aan.
‘Maar het is alles wat we nog van haar hebben.’ Zijn blik dwaalt over de poppenverzameling om hem heen. Bij elke pop die hij kocht, hoopte hij dat hun weggelopen dochter terug zou keren naar huis. Op zijn schoot heeft hij haar lievelingspop, zijn hand aait over de blonde krullen.
‘Jezus, ze is al meer dan vijf jaar weg. Ga verder met je leven. Met ons.’ Haar stem slaat over.
Hij draait zich van haar af en verdwaalt in grote blauwe poppenogen. Het dichtknallen van de deur dringt nauwelijks tot hem door.
De volgende dag gaat hij bij thuiskomst meteen naar haar kamer. Hij opent de deur en verstijft. De kamer is leeg, en met de poppen is ook haar ziel vertrokken. Het laatste wat hij van haar had, het gemis wat hij al die jaren kon wegduwen, komt nu in vol verdriet omhoog. Een eerste traan kriebelt op zijn wang. Hij draait zich om, loopt de trap af, pakt zijn jas. Stil trekt hij de voordeur in het slot.
Uren later gaat hij liggen op een bankje in het park. Hij voelt zich net zo leeg als haar kamer en zakt weg. Op het moment dat zijn waken overgaat in slaap, piepen naast hem blonde krullen uit een rood hoopje. Grote blauwe ogen kijken hem aan. Hij veert op, de leegheid van eerder verdwijnt. Het hoopje mens komt in beweging, voor hij er erg in heeft, is ze opgelost in de donkerte van het park. Hij kijkt om zich heen en ontwaart meer mensen onder gekleurde dekens. Hoop neemt bezit van hem en hij loopt naar ze toe.
Tegen de tijd dat de zon opkomt, doen zijn voeten pijn. Met het verdwijnen van de hoop laat hij zijn schouders steeds lager zakken. Hij sloft het park uit, aan de rand ervan gaat een koffietent open. Hij voelt in zijn jaszak en vindt een handjevol euro’s. Hij bestelt een koffie met een croissantje en zakt neer aan de leestafel. Uit gewoonte slaat hij de pagina’s om van de krant die voor hem ligt. De woorden dringen niet tot hem door, totdat het woord ‘kluizenaar’ hem tegemoet springt. Het raakt iets in hem en dit keer dwingt hij zich om te lezen wat er staat. Het is een advertentie waarin een kluizenaar gevraagd wordt:
Wonen in een kleine kapel op een 1400 meter hoge berg in Oostenrijk, zonder stromend water, zonder elektriciteit en met een minimum aan comfort. De bewoners van het dorp zullen regelmatig voedsel, water en hout brengen om de houtkachel te doen branden waarop hij zijn potje kan koken. Het is sinds 350 jaar een traditie dat een kluizenaar op de berg woont.
In zijn hoofd is het chaos. Hij haalt diep adem, langzaam verdwijnt de leegheid in hem, in zijn hoofd valt alles op zijn plek, het is of er een licht schijnt in zijn hart. Daar is ze. Hij voelt zich kilo’s lichter als hij naar de bar loopt voor pen en papier.
—-
NIEUWSBRIEF: Wil je weten waarover mijn volgende roman gaat? In mijn maandelijkse nieuwsbrief vertel ik hier meer over. Je kan je hiervoor inschrijven met het formulier op mijn homepage.
INSTAGRAM: Momenteel gebruik ik Instagram naast mijn maandelijkse nieuwsbrief en wekelijkse zondagverhaal op mijn website. Op Insta vertel ik meer over de achtergrond bij de zondagverhalen op mijn website en over mijn schrijfweek. In mijn nieuwsbrief ligt het accent op exclusieve inkijkjes in de roman die ik nu schrijf en niet op Insta of deze website deel. Klik hier voor mijn Instagram en volg mij daar.
Ja, zo kan het leven op z’n plek vallen, een klein berichtje…..
Inderdaad, zo gaat dat soms. Dankjewel, Ben
Herkenbaar, voor mij wel op een andere manier dan bij je hoofdpersoon. Mooi geschreven.
Dankjewel, Dick. Bijzonder vind ik altijd als her verhaal herkenbaar is.