DE GEBARSTEN AARDE

Gescheurd grijs gesteente, links zee en rechts bergen. Kuilen en pieken. Behoedzaam zoek ik mijn weg. Een man schiet mijn foto. In de barsten groeit groen. Ik buk naar piepkleine paarse bloemen.

Het gevoel van jouw armen om mij heen. Ik zwier rond, mijn jurk waait weg over mijn hoofd. Huid tegen huid, mond tegen mond, we smelten ineen.

Een bries steekt op, koele wind op onze huid.
Donkere wolken worden wit, trekken op, blauwe lucht. Lucht wordt water. Een gordijn van regen.
Een haven met vissersbootjes als gestrande walrussen, aan de overkant een pub.
Oesters, mosselen. Muziek. Volle glazen. Bier schuimt, wijn vloeit, vloeit en vloeit.

‘Mevrouw Los, mevrouw Los.’
Geschud aan mijn schouder en de verkoelende beelden verdwijnen samen met jouw aanwezigheid.
Ik wil zeggen dat ik geen Los heet, dat dat de naam van mijn overleden man is. Het lukt niet, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte zoals de lakens aan mijn lijf.
De verpleegkundige zet mij overeind. Ze draait zich om en ik zie de kans schoon om de kleine beker water van het nachtkastje te grissen en snel leeg te drinken.
‘Dat was voor uw medicijnen.’ Met een bakje pillen in de hand kijkt ze boos naar de lege beker in mijn hand.
Ik trek een nietszeggend gezicht en mijn gedachten gaan naar mijn droom. Het is lang geleden dat we in Ierland waren.
De scheuren in de grond in de reportage die ik gisteravond zag over de gevolgen van de opwarming van de aarde in Nederland deden mij denken aan de Burren aan de westkust van Ierland. Daar werd de op een maanlandschap lijkende grond miljoenen jaren geleden gevormd door lang vergeten tropische zeeën. De barsten in de aarde nu zijn het gevolg van langdurige hitte en droogte.
De verpleegkundige wast mij met een lapje dat amper nat is. Het water van een douche, zal ik het ooit nog over mijn huid voelen stromen?

In de wachtruimte bij de arts hangt een verstikkende lucht van slecht gewassen lijven. Zou ik ook zo stinken? Ik adem door mijn mond om aan de stank van zweet en urine te ontsnappen.
Naast mij zit een man van mijn leeftijd. ‘Vindt u het ook niet hoog tijd worden voor een zelfmoordpil?’ vraag ik hem.
‘Hoe bedoelt u?’ In zijn gerimpelde gezicht worden zijn ogen rond als van een kleine jongen.
‘We zijn met te veel op de wereld en zodra wij zieke oudjes er niet meer zijn, maken de jongeren meer kans.’
‘U bent gek. Het leven is heilig.’ Hij draait zijn rug naar me toe.
Een oververhitte aarde en oververhitte politici. Extreemrechtse partijen die over elkaar heen buitelden en confessionelen die hun kans grepen. In ruil voor steun aan een Nexit en het sluiten van de grenzen voor vluchtelingen, kregen zij het voor elkaar dat abortus en euthanasie strafbaar werden. Zelfs de palliatieve zorg ging in de ban.

‘U heeft te veel uitzaaiingen, er is niks meer aan te doen.’ De arts haalt verontschuldigend zijn schouders op. ‘Gelukkig kunnen we verdere groei met de huidige medicijnen bijna stilzetten. U heeft nog twintig tot dertig jaar voor u.’
‘En wanneer ik dat niet wil? Vroeger kreeg je na zo’n diagnose te horen dat je nog hooguit een halfjaar had.’
Hij klemt zijn lippen op elkaar. ‘U weet dat dat geen optie is.’
Over zijn schouder staar ik naar de muur. Iedere patiënt die onder de negentig doodgaat betekent een tuchtrechtelijk onderzoek en ik moet nog tachtig worden.
Ik denk aan de lessen van het amateurtoneel. Mijn handen grijpen naar mijn buik en ik vertrek mijn gezicht in een pijngrimas.
‘Gaat het wel met u?’ Geschrokken staat hij op.
‘Krijg ik wel iets tegen de pijn? Mijn man had morfine, die hielp erg goed.’
Tot in de dood. De fluistering van je laatste woorden, mijn hart weet dat het tijd is dat ik mij bij jou voeg.
‘We maken geen morfine meer.’ De arts zakt weer omlaag in zijn bureaustoel. ‘Het synthetische alternatief is erg sterk.’
‘Dan wil ik die.’
‘Dat kan niet.’
‘U bent toch niet van plan een oude vrouw twintig jaar of langer te laten verrekken van de pijn?’ Ik leg de toon in mijn stem waarmee ik vroeger mijn staf kreeg waar ik hem hebben wilde.

Buiten het ziekenhuis valt de hitte als een verstikkende deken over mij heen. Ik herinner me nog de eerste keer dat in ons land het kwik boven de veertig graden kwam. Vijfentwintig jaar geleden was dit uitzonderlijk heet, inmiddels is dit een lage temperatuur.
Op de taxistandplaats staat een beschikbare auto, opgelucht ga ik zitten in de koelte van de airco.
Op de radio verslaat een man de bosbranden in Spanje. Onbedwingbaar, er zijn zorgen dat de branden overslaan naar Frankrijk. En dan? Wacht ons eenzelfde lot als Australië nog geen vijfentwintig jaar geleden? Verbrande dieren op een zwartgeblakerde aarde. Een heel werelddeel werd nagenoeg onbewoonbaar. Hoelang heeft Europa nog?
Ik vouw mijn handen om het doosje van de apotheek, voor mij is kostbaarder dan een juwelendoosje is met de duurste diamant.
De arts en ik kwamen overeen dat ik naar huis mocht onder de voorwaarde dat een wijkverpleegkundige mij iedere dag komt injecteren met levensverlengende rommel en mij indien nodig de pijnstillende pleisters geeft.
Voor de eerste nacht peuterde ik een recept voor één pleister los: voorzichtig, te veel kan dodelijk zijn en zodra u ervan gaat hallucineren, gaan we op zoek naar een ander middel.
Voor ik het recept bij de apotheek indiende, zette ik een één voor die van de arts.

Eenmaal thuis haal ik mijn laatste fles wijn uit de kelder. Veel kracht heb ik niet meer, gelukkig is het een gewillige schroefdop. Ik neem de fles mee naar de badkamer en zet hem met een glas naast het bad.
Hoelang is het geleden dat ik het voor het laatst vol liet lopen? Ik moet denken aan de tijd dat we hier net woonden. Jong en onwetend vierden we de aankoop van dit huis met bruisende champagne in dit bad met van badparels schuimend water.
Nu veeg ik het stof met een theedoek uit de kuip, doe de stop in de afvoer en draai de kraan open. Ik geniet van het geluid van het ruisende water en hou mijn handen eronder.
Moeizaam duw ik mijzelf overeind.

In de slaapkamer sla ik het bed open en leg het doosje van de apotheek ernaast. Ik kleed me uit en mijn kleren vallen op de grond.
Uit de badkamer komt een snerpend geluid; de watermelder geeft aan dat ik nog tien liter heb voor de rest van de maand.
Terug in de badkamer zet ik de watermelder af. Ik zak in het bad en de laatste liters zorgen ervoor dat ik net onder water lig.
Ik geniet van het koele water dat mij omsluit met een intimiteit die het gevoel van jouw aanraking laat herleven en nip van mijn wijn.
Flarden van ons leven samen komen voorbij. Jouw aanzoek, ons jawoord, ons eerste lustrum.
Ik zie mijzelf weer staan bij jouw graf. De pijn van toen, ik wil hem niet meer voelen en ik dwing mijn gedachten terug naar de tijd dat we net samen waren, onze eerste vakantie in Ierland. De groene heuvels, de witte stranden, de blauwe zee en de scheuren in de grond van de Burren. De frisse wind en regenbuien. Mosselen eten in de pub, wijn drinken voor de houtkachel en eindeloze wandelingen.
Het geluksgevoel van toen is opnieuw tastbaar.

Mijn wijn is op, mijn huid rimpelig. In een roes sta ik op en steun op de badrand om niet te vallen. Ik dep me droog met de grootste en zachtste badhanddoek die ik heb.
Ik ga zitten op de rand van het bed en haal de elf pleisters uit hun verpakking. Ik plak ze op de plekken waar mijn huid het dunst is: lies, polsen, de holtes van mijn knieën en ellebogen. De laatste drie plak ik op mijn buik. Ik ga liggen en geniet van de schone geur die van mijn lijf opstijgt, mijn hoofd wordt leeg.

Ik klauter over gebarsten aarde. Het grijs kleurt blauw. Wit zand, zwarte rotsen.
Wolken barsten open, ik dans rond in de regen.
Een stipje komt dichterbij. Jij.
Lachende ogen, open armen.
Ik nestel mij tegen je borst. Je armen warm om mij heen.
Je zwiert mij rond, mijn jurk waait weg over mijn hoofd. Huid tegen huid, mond tegen mond.
Roze wolken spatten uiteen in sterren. Helder licht neemt ons mee.

—-
SCHRIJFUPDATES: Wil je weten waarover mijn volgende roman gaat? In mijn maandelijkse nieuwsbrief vertel ik hier meer over. Je kan je inschrijven met het formulier op mijn homepage.
MEER LEZEN: Mijn laatste roman Nevels is perfect om in dit jaargetijde te lezen. Ook zin in Nevels voor jezelf of als cadeau? De roman is in iedere (online) boekwinkel te koop, te leen in de bibliotheek en te lezen met Koboplus. Een overzicht van al mijn boeken vind je op mijn boekenpagina.
INSTAGRAM: Momenteel gebruik ik Instagram naast mijn maandelijkse nieuwsbrief en wekelijkse zondagverhaal op mijn website. Op Insta vertel ik dan bijvoorbeeld meer over de achtergrond bij de zondagverhalen op mijn website en over mijn schrijfweek. In mijn nieuwsbrief ligt het accent op exclusieve inkijkjes in de roman die ik nu schrijf en niet op Insta of deze website deel. Klik hier voor mijn Instagram en volg mij daar.

Fijn als je wilt liken en/of delen.

3 reacties

  1. ben op 9 maart 2025 om 08:33

    O ja, deze! En dan zo precies en liefdevol beschreven hoe je het heft in eigen hand neemt…. prachtig en ook ontroerend. Mogelijk niet ver meer weg, helaas.

  2. Nelleke Sheldrick op 9 maart 2025 om 14:50

    Wow, echt goed en ik geef haar groot gelijk!!

  3. Marceline de Waard op 15 maart 2025 om 17:03

    Dank Ben en Nelleke, voor de fijne reacties!

Laat een reactie achter