BIJ DE RUÏNE

Dreigend toornt de kasteeltoren boven de afgebrokkelde muren uit. Wat een wonder eigenlijk dat die de aanval van de Engelsen heeft overleefd, denkt Jan als de bus de ruïne nadert. Hij draait zich om naar Marie. Thomas fluisert iets in haar oor en ze legt haar hoofd schaterend in haar nek.
Het laatste restje hoop waarmee hij intekende voor deze studiereis ebt weg.

‘Jij gaat toch ook mee?’ Na het college over de Ierse opstand in het midden van de zeventiende eeuw kwam Marie in de kantine tegenover hem zitten. Koket hield ze haar hoofd schuin, de glinstering in haar ogen ontstak de voor haar smeulende vonk in zijn hart.
‘Ja … Ja, natuurlijk,’ stamelde hij. Marie zit in zijn jaar en ze delen een fascinatie in de Ierse opstand tegen de Engelsen.
‘Wist je dat mijn moeder in het zuidwesten van Ierland is geboren? Als puber geloofde ik altijd dat ik afstamde van een Ierse heldin uit die tijd.’ De zon achter haar gaf haar rode krullen een vurige glans. Hij dacht dat ze weleens gelijk kon hebben. Voor hij woorden aan zijn gedachten kon geven, zette Thomas zijn lunchblad bij hen op tafel en ploftte neer naast Marie. ‘Leuk reisje over de Ierse opstand. Jij gaat vast ook,’ zei hij tegen haar.
‘Natuurlijk.’ Ze lachte hem stralend toe. De zojuist in Jan opgelaaide hoop doofde weg, Thomas is immers de hunk van hun jaar.
Later vroeg hij Thomas of hij echt van plan was mee te gaan, de Ierse geschiedenis interesseert hem immers geen fluit. Hij grijnsde: ‘Ierland staat toch bekend om zijn pubs? En Marie gaat ook.’

Jan is als eerste de bus uit. Hij loopt naar het informatiebord bij het pad dat van de parkeerplaats naar de ruïne loopt. De wind is guur en hij zet zijn kraag op. Zijn studiegenoten lopen langs hem heen. Ook Thomas. Jan vraagt zich af of de twee blondines aan zijn arm hem van Marie hebben weggekaapt. Marie komt naast hem staan en leest met hem mee over de aanval van de Engelsen. Het kasteel was eigendom van Connor, Heer van de Kliffen, en zijn vrouw Maire Rua. Connor trok tijdens de Ierse opstand ten strijde tegen de Engelse overheersing. In 1651 werd hij tijdens een veldslag vermoord. Na zijn dood kwamen de Engelsen naar zijn kasteel. Tijdens de bloedige strijd met de omwonende boeren is het kasteel op de toren na afgebrand. Wat er met Máíre Rua gebeurd is, blijft onduidelijk. Men vermoedt dat ze door de Engelsen als trofee is misbruikt en aan haar verwondingen is bezweken.
‘Wat een vreselijk verhaal. Marie huivert. ‘Ik hoop dat de legende gebaseerd is op het echte verhaal.’
‘Welke legende?’
‘Dat van het spook met de rode haren. Het stond bij de informatiefolder over dit vergane kasteel. Die heb je toch wel gelezen?’ Zonder zijn antwoord af te wachten, praat ze door. ‘Máire zou zich uit angst voor de Engelsen van de rotsen hebben gestort. Haar geest waart hier nog altijd rond en aan de rand van de klif is in de wind haar vervloeking van de Engelsen nog steeds te horen.’

Thomas komt teruggerend. ‘Gaan jullie mee de toren op? Het uitzicht moet spectaculair zijn.’ Hij pakt Marie bij haar arm. Half protesterend, half lachend laat ze zich door hem meetrekken. Automatisch loopt Jan achter ze aan en blijft dan staan: de uitnodiging was natuurlijk alleen voor Marie bedoeld. Hij draait zich naar de zee. Geïnspireerd door de legende loopt hij naar de rand van de klif. De wind trekt verder aan en fluit om zijn oren. Hoe dichter hij de klifrand nadert hoe scheller het geluid wordt. Een vrouwenstem krijst woorden die hij niet verstaat. Zou het Gaelic zijn en is er beneden een vrouw in nood? Hij kijkt om zich heen, als hij niks ziet speurt hij de grond af. Bij de rand is een smal spoor. Hij draaft ernaar toe en zet zijn voet erop. Beneden hem is de zee grijs met schuimend witte koppen. Behoedzaam zet hij de eerste stappen de klif af. Een windvlaag blaast zeewater omhoog, als nevel spat het uiteen in zijn gezicht. Hij likt het zilt van zijn lippen en met de mouw van zijn jas veegt hij zijn ogen droog. Een losse steen glijdt onder zijn voet weg de diepte in. Zeemeeuwen duiken erachter aan. Het gekrijs zwelt aan en snijdt door zijn ziel. Met het hart in de keel vervolgt hij het steile pad omlaag.

—-
Wil je geen zondagverhaal missen? Geef dan je emailadres door via het formulier op mijn homepage en ontvang iedere zondagochtend de link naar het nieuwste verhaal.

Fijn als je wilt liken en/of delen.

7 reacties

  1. Yolande op 26 februari 2023 om 09:10

    Spannend! Kijk nu al uit naar volgende week zondag 😀

  2. Jenny op 26 februari 2023 om 09:32

    laat het snel weer zondag zijn, ik wil jet graag weten…..

  3. Bep van Vlijmen-van Dijk op 26 februari 2023 om 10:38

    Spannend al vanaf het begin! Kijk nu al uit naar volgende week zondag.
    Fijne week Marceline!

  4. Ben op 26 februari 2023 om 11:32

    Ierland, een ruïne, een mystiek verhaal, een roodharige vrouw, jongens en meisjes die om elkaar heen draaien, de ruige zee met de kliffen, alles is aanwezig voor weer mooi en pakkend Marceline-avontuur! Ik ga er weer lekker voor zitten en laat me meeslepen…. Heerlijk!

  5. Dien op 26 februari 2023 om 15:49

    Dit wordt weer een echt Marcelline verhaal ,heerlijk.

  6. Marceline de Waard op 26 februari 2023 om 17:45

    Yolande, Jenny, Bep, Ben en Dien, dank voor jullie fijne reacties! Ik ga het vervolg met plezier voor jullie schrijven.

  7. Louise Jonkman op 5 maart 2023 om 12:39

    Op naar het vervolg …
    Ik volg Jan op zijn pad naar beneden.
    De onstuimige zee op de rotsen,
    De wind en krijsende meeuwen en daarbovenuit een stem?
    Gauw naar nu!

Laat een reactie achter